In de herfst van 1949 wordt aan een landelijk straatje in ons dorp een boerenzoon geboren. Hoewel niet de oudste zoon, wordt hij al vrij jong uitverkoren om het bescheiden, doch respectabele familiekapitaal te investeren. Hij is gewend om met zijn handen te werken en heeft geen uitgesproken kennis van beleggen en/of vastgoed. Hij is slim, sluw en kiest ongebaande paden om zijn vooraf vast omlijnde doel te bereiken.
In 2000 kruisen onze wegen elkaar in verband met een nog te ontwikkelen hotel op een groot woningbouwcomplex in Spanje. Hij is inmiddels uitgegroeid tot een belegger van formaat. Gevreesd, maar ook bewonderd vanwege zijn onorthodoxe denkwijze en handelen. Hij heeft in de voorgaande decennia met lef, een sterk geloof in zichzelf, intelligentie en door zich te omringen door begaafde mensen, een grote portefeuille verzameld en een fortuin vergaard. Dit lukte hem vooral door een sterke observatie en analyse van de mens aan de andere kant van de tafel… en het spel was begonnen.
Zijn begrafenis stond eigenlijk analoog voor de beëindiging van een periode waarin dergelijke gedreven zakenmensen (want dat was hij bovenal- en met name de hofhouding om hem heen die deel uit wilden maken van zijn succes) de markt en economie mee hadden, zodat dergelijke successen mogelijk waren.
‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’ van de dichter die lang in dat zelfde dorp woonde, staat wat mij betreft symbool voor de fase waarin de vastgoedcyclus zich nu in bevindt. De ‘extreem strenge winter’ heeft veel slachtoffers geëist; het laatste kwartaal staat echter in het teken van een relatief grote investeringsbereidheid. Er is sprake van een redelijke vaste prijsvorming voor goed gesitueerd en goed onderhouden vastgoed, waarvan de prijsvorming weliswaar laag is. Toch zijn dit duidelijke indicaties van een terugkerende stabiliteit. Dat er nog veel pijn te nemen is, lijkt evident.
Het afgelopen kwartaal heeft er een aantal grote vastgoedtransacties plaatsgevonden. Geen beleggingen, of ontwikkelingen om beleggingen te creëren, waar voorheen grote transactievolumes mee gemoeid waren, maar exploitatiegericht, dus gericht op uitbreiding en/of nieuwe activiteiten. Relocaties, uitbreidingen, nieuwbouw, omdat de aard van het bedrijf dat vereist, omdat de ondernemer achter dat bedrijf verder wil. Als de financiële instellingen als handels- en zakenbanken, wellicht in combinatie met regionale structureringsfondsen, pensioenfondsen of participatiemaatschappijen van vermogende particulieren/ondernemers zich nu hierin mengen, door op ondersteunende wijze deze initiatieven, groot en klein, te schragen, dan wordt het ook weer zomer. Ik hoop een lange en warme zomer.
Teer Bedrijfsmakelaars | Simon Hamming
Plaats een reactie