De Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij bestaat 190 jaar. Een mooie reden om directeur Roemer Boogaard aan de tand te voelen over het businessmodel van een bijna twee eeuwen oude organisatie en kennis delen anno 2014.
Het hoofdkantoor van de reddingmaatschappij – niet te verwarren met de reddingsbrigade – is sinds 1994 gevestigd op de Dokweg in IJmuiden. Met dank aan Zeehaven IJmuiden NV, dat een prachtige locatie aan de Vissershaven aanbood. “Op een betere plek kun je niet zitten”, zegt Roemer Boogaard. “Als je een passer in de IJmond zet, dan trek je een cirkel van Cadzand tot Eemshaven. Logistiek gezien is dit het centrum van nautisch Nederland. Met IJmuiden hadden wij natuurlijk al veel langer een band. Vanaf de tijd dat het Noordzeekanaal werd gegraven, bijna 140 jaar geleden, is hier een reddingstation gevestigd met roemruchte schepen als de Neeltje Jacoba en de Johanna Louisa. Hier zijn heel wat heldhaftige reddingen verricht.”
‘Businessmodel’
De fundamenten van de KNRM zijn gestoeld op een bijna twee eeuwen oud ‘businessmodel’. Boogaard: “Het product dat wij maken is redden en dat geven wij gratis weg. De medewerkers die ons product maken zijn onze 1300 vrijwilligers. En de mensen die ons geld geven, zijn onze 80.000 donateurs. Zij krijgen er geen product voor terug en dat maakt het zo bijzonder. Alles draait om vertrouwen. Van de drenkeling die op ons kan rekenen als er nood aan de man is, van onze professionele redders dat zij met de beste materialen kunnen werken en van onze donateurs dat wij op een verantwoorde manier omgaan met hun geld. Het vertrouwen, vertaald in onze reputatie, is het belangrijkste dat wij te verliezen hebben. Dat is elke dag hard werken.”
De reddingmaatschappij is van ons allemaal
De reddingmaatschappij is aan het begin van de 19e eeuw ontstaan als burger-initiatief zonder wettelijk kader. Boogaard: “Wij hebben het overleefd, terwijl soortgelijke initiatieven zijn weggeorganiseerd of overheidstaken zijn geworden. Omdat we met zijn allen belang hechten aan een organisatie die zich inzet voor het redden van drenke-lingen. In die zin is de reddingmaatschappij van ons allemaal. Daarbij voelen we ons ook gesteund door de regio. Toen Zeehaven IJmuiden 25 jaar bestond, kregen wij een mooi cadeau van het bedrijfsleven in de IJmond. Dat doet ons goed.”
Een baan in de nautische sector
Wat niet veel mensen weten is dat de reddingmaatschappij deel uitmaakt van één van de belangrijkste nautische opleidingsinstituten van Nederland: STC-KNRM in Rotterdam. “Jaarlijks vinden tientallen jongeren die door ons zijn opgeleid een baan in de nautische sector”, zegt Boogaard met gepaste trots. “In IJmuiden willen we ons in de toekomst nog nadrukkelijker openstellen als leerbedrijf. We beschikken over een geweldige werkplaats met vakkundige medewerkers. Op het gebied van kennis delen zijn wij een zeer vooruitstrevende organisatie. De nieuwe reddingboot Nh 1816, die onlangs werd gedoopt door Koningin Maxima (foto), is daar een goed voorbeeld van. In dat schip is de digitalisering heel ver doorgevoerd. De schipper kan de iPad uit de stuurhut meenemen om een reddingsactie nog eens rustig te analyseren. Samen met TNO en de TU Delft werken we momenteel aan een obstacle avoidance sonar, waarmee de schipper van een snel varende boot in staat wordt gesteld om de zee voor zich als het ware te scannen. Vooral ’s nachts zorgt dat voor een reductie van de veiligheidsrisico’s. Zonder partnerships met bedrijven in de kennis- en maak-industrie zou zo’n ontwikkeling overigens niet mogelijk zijn. De reddingmaatschappij is voor leveranciers vermoedelijk niet de meest aantrekkelijke klant, want we vinden eigenlijk alles te duur en hopen altijd op de gunfactor. Maar wat we als launching costumer wel terug kunnen geven is kennis. Als het bij de KNRM goed functioneert, dan heb je als bedrijf een unique selling point in handen. Een betere pilotpartij is niet denkbaar.”
Plaats een reactie