Wie een zogenoemd aanmerkelijk belang heeft in een vennootschap (DGA’s) én arbeid verricht voor die vennootschap, krijgt te maken met de zogenoemde gebruikelijkloonregeling. Deze regeling stoelt op de gedachte dat de DGA een zakelijke beloning moet ontvangen voor zijn arbeid.
Waarom gebruikelijk loon?
Als u als dga financiën aan uw bv wilt onttrekken, kan dit als salaris, ofwel (gebruikelijk) loon, of als dividend. Dividend uitkeren is vaak fiscaal aantrekkelijker dan loon uitbetalen, al dient er aan bepaalde voorwaarden te worden voldaan. In het verleden zagen veel dga’s nog wel eens af van een salaris of betaalden zij zich een laag salaris om dit vervolgens aan te vullen met een dividenduitkering. Dat mag allang niet meer.
In de praktijk houdt de gebruikelijk loonregeling in dat een DGA zichzelf in beginsel (minimaal) een gebruikelijk loon moet toekennen van € 45.000 (2017). Ook mag het gebruikelijk loon niet lager zijn dan het salaris van de best verdienende werknemer.
De gebruikelijkloonregeling waakt er dus voor dat de DGA niet een te laag loon voor zijn arbeid krijgt. De zakelijkheidstoets in de vennootschapsbelasting waakt ervoor dat het loon niet te hoog is. Beweegt het loon zich tussen deze beide marges, dan sluit de loonheffing aan bij het werkelijk genoten loon.
Salaris bij derde
Als de inspecteur van mening is dat de DGA bij een derde meer kan verdienen dan € 45.000, rust op hem de bewijslast dit aannemelijk te maken. Hij kan dit doen aan de hand van een ‘vergelijkbare’ dienstbetrekking. Hij moet daarbij echter wel rekening houden met de zogenaamde doelmatigheidsmarge.
Deze doelmatigheidsmarge is vastgesteld op 25% en is bedoeld om gesteggel over geringe afwijkingen te voorkomen. Stelt de inspecteur bijvoorbeeld dat de DGA bij een derde een salaris van € 80.000 per jaar zou kunnen verdienen, dan mag hij het gebruikelijk loon van de DGA vaststellen op maximaal € 60.000 (€ 80.000 -/- 25% x € 80.000).
Lager gebruikelijk loon
U mag als DGA ook een lager gebruikelijk loon bepleiten als dit naar uw mening redelijk is. De bewijslast ligt dan bij de DGA. In de volgende situaties kan er bijvoorbeeld sprake zijn van een lager salaris voor de DGA.
Slechte resultaten van de vennootschap
In de situatie dat de winst van een vennootschap het niet toelaat om een (gebruikelijk) loon uit te keren, is het raadzaam om in overleg met de inspecteur te komen tot een lager loon of af te zien van loon. De inspecteur zal daarbij beoordelen of de financiële situatie van de vennootschap het inderdaad niet toelaat om een (gebruikelijk) loon uit te betalen en toetsen op welke wijze de DGA in zijn levensonderhoud kan voorzien zonder dat daarbij schulden worden aangegaan in de rekening- courantverhouding met de vennootschap.
Start-ups
Sinds dit jaar (2017) mag een DGA die werkt voor een bedrijf dat speur- en ontwikkelingswerk verricht en voor de afdrachtvermindering S&O als starter wordt aangemerkt, het gebruikelijk loon vaststellen op (minimaal) het wettelijk minimumloon zoals dat gold op 1 januari van het kalenderjaar. Voordeel hiervan is dat door een lager loon uit te keren, er meer geld in de start-up beschikbaar blijft om te groeien.
Léonie Boon
fiscalist bij Kennemerwaert Groep
Maerten van Heemskerckstraat 34
1961 EB Heemskerk
T: 0251 – 257 957
F: 0251 – 257 959
Plaats een reactie